Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

 

Artikel 30 Plichten gericht op inschakeling in de arbeid
1
De verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht:
a
passende arbeid te verrichten indien hij daartoe in de gelegenheid wordt gesteld;
b
in voldoende mate te trachten passende arbeid te verkrijgen; en
c
geen eisen te stellen in verband met door hem te verrichten arbeid die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren.
2
De verzekerde die zijn resterende verdiencapaciteit als bedoeld in paragraaf 7.2 niet volledig benut en die recht heeft op een WGA-uitkering, is verplicht zich als werkzoekende bij het UWV te laten registreren, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 30b, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en het UWV of de eigenrisicodrager hem dit opdraagt.
3
De verzekerde die recht heeft op een loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering en arbeid in dienstbetrekking verricht is verplicht:
a
zich te onthouden van verwijtbaar gedrag dat aangemerkt kan worden als een dringende reden in de zin van artikel 678 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
b
de dienstbetrekking niet door of op zijn verzoek te laten beƫindigen zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem kon worden gevergd.
4
In dit hoofdstuk wordt onder passende arbeid verstaan alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de verzekerde is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd. Niet als passende arbeid wordt beschouwd arbeid op grond van een dienstbetrekking als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening.
5
Het door de verzekerde, bedoeld in het derde lid, niet voeren van verweer tegen of het instemmen met een beƫindiging van de dienstbetrekking door of op verzoek van de werkgever leidt niet tot overtreding van de verplichting, bedoeld in het derde lid, aanhef en onderdeel a.
6
De verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn niet van toepassing op de verzekerde die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep behoort van de Wet sociale werkvoorziening.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •